Dit blog is een voorloper van het blog Mondzorg deel II en werd eerder gepubliceerd in het kwartaalmagazine van de NVSP, 'n Ogenblikje.
Hij verzamelt speeksel in zijn mond, blaast het vervolgens tussen zijn lippen tot belletjes en kijkt hoe de druppels op zijn bord belanden. Hij krijgt nieuwe tanden, precies op de plek waar ik er twee mis. Hij lacht breeduit, wat er aandoenlijk en schattig uitziet. Ik lach ook, maar dat heeft niets met schattig te maken. Misschien kom ik weg met aandoenlijk...
Ik kijk met bewondering naar de hoeveelheid speeksel die mijn kleinzoon van vijftien maanden produceert. Een beetje jaloers ook wel.
Kurkdroog 'Spuugt u maar vijf minuten om de dertig seconden in dit bekertje', zegt de tandartsassistente. Ik ben op verzoek van de zorgverzekeraar afgereisd naar de mondzorgkliniek in Bunschoten voor een speekseltest. Mijn gebit is aan een grote renovatie toe en de zorgverzekeraar wil zeker weten dat mijn klachten Sjögren gerelateerd zijn. 'Welk speeksel', vroeg ik nog, maar daar kwam geen antwoord op. In drie testen krijg ik het voor elkaar twee minimale druppeltjes speeksel te produceren. Te weinig zelfs om te onderzoeken op kwaliteit. De tandarts onderzoekt mijn mond en gebruikt alleen maar de woorden droog en zeer droog. 'Veel erger dan dit kan het haast niet worden, zegt hij. 'Nou ja', zeg ik. 'als het niet droger wordt dan dit, dan is dat toch wel het beste nieuws van de dag'. Ik doe aan zelfspot. Ik krijg bekertjes water aangeboden en er is veel begrip. Wat is dat fijn. Het is duidelijk dat hier specialisten aan het werk zijn die vaker met dit bijltje hakken.
Uitgepraat
Als je er goed over nadenkt speelt die mond van ons een nogal prominente rol in ons leven. We eten ermee, zoenen, lachen, spugen (nou ja, Sjögrenpatiënten dan niet), roddelen, ruziën, zingen, schreeuwen, fluisteren, bijten, tuiten en poetsen. We slikken bittere pillen, eten onze favoriete chocola en drinken ranja met of zonder rietje. Heel gewoon zou je denken. Echter op dit moment functioneert mijn mond niet. Ik mis hier en daar tanden en kiezen. Er zit een slecht passende prothese in mijn mond geplakt, in afwachting van implantaten. Ik snak soms naar een beetje speeksel, zeker tijdens deze warme zomers. 's-Nachts droom ik dat ik weer een melkgebit heb en elk moment kan gaan wisselen. Ik merk ook dat ik sociale gelegenheden mijd. Praten is zo'n gedoe en oncomfortabel nu. Ik ben mezelf niet zonder goed functionerende mond.
Spareribs
Thuis gooi ik 'mijn tanden' uit, zo naar vind ik de prothese. Naar buiten zonder tanden ga ik niet. Tot op het moment dat ik mij op de drempel van de slagerswinkel bevind en mij realiseer dat ik mijn prothese niet in heb. Ik verstar en draai mij vliegensvlug weer om. Ik heb geen idee wat de slager hiervan denkt. 'Weet je wat je moet doen de volgende keer?', zei mijn broer, die altijd in is voor een geintje, 'breed lachen en koelbloedig spareribs bestellen.'
Het komt goed
Het einde is in zicht. Of misschien moet ik zeggen het voorlopige einde. Als het goed is heb ik aan het einde van het jaar 2018 weer een mond vol tanden en lach, eet, roddel, zoen en drink ranja als vanouds. Fijn vooruitzicht!
Kleinzoon kauwt nog even een boterham met pindakaas weg. Hij wel...
Als hij naar huis gaat krijg ik nog een natte kus en een glimlach. Hij vindt mij lief zoals ik ben. Met of zonder...
Pia Harrevelt