Geitjes
Joepie, het voorjaar in is aantocht! Blaadjes aan de bomen, narcissen in de tuin, lammetjes in de wei en jonge geitjes op de kinderboerderij. Jonge geitjes zijn zo schattig. Hoe ze springen, klimmen en huppelen is heerlijk om naar te kijken. Met volwassen geiten heb ik daarentegen niet zo veel. En nog minder sinds ik het boek ‘Neem een geit’ van Claudia de Breij heb gelezen. In dit boek gaat Claudia de Breij in gesprek met bekende Nederlanders die bergen levenservaring hebben en vraagt hen om levenswijsheden. Hanneke Groenteman vertelt haar het volgende verhaal:
Neem een geit
'Een arme, oude Joodse man woont in een heel klein hutje met vijf kinderen en een zwangere vrouw. Ze kunnen hun kont niet keren, het is veel te vol. Die man is ten einde raad, gaat naar de rabbijn en zegt: rabbi, ik heb een huisje, vijf kinderen, mijn vrouw is zwanger, ik word helemaal gek in dat kleine hutje, wat moet ik doen? De rabbijn zegt: neem een geit in huis. Die man denkt: een geit? Maar hij doet alles wat de rabbijn zegt en koopt dus die geit. In dat volle hutje, met die zwange-re vrouw en die vijf kinderen, komt een poepende, piesende geit. Hij wordt helemaal gek natuurlijk en gaat een week later naar de rabbijn terug. Hij zegt: rabbi, die zwangere vrouw, die vijf kinderen, die geit, wat moet ik doen? Zegt de rabbijn: doe die geit weg.
De les is eigenlijk: doe die geit weg. Want een geit nemen, dat heb je vaak gedaan. Je hebt het al-leen niet doorgehad. Als je te druk bent, gestrest, slecht slaapt, niet aan jezelf toekomt, niet leuk bent: zoek de geit. En doe hem dan weg.' (Uit: Neem een geit van Claudia de Breij)
Wat is jouw geit?
Ik heb dit verhaal aan een aantal mensen in mijn omgeving vertelt en bemerk dat we vaak tegen elkaar zeggen ‘Ik heb een geit’ of ‘dat was een geit’. Iedereen heeft geiten in zijn leven. Wanneer je chronisch ziek bent worden dingen al eerder geiten dan wanneer je gezond bent. Sterker nog, we zitten al met een enorme geit opgescheept die we helaas niet weg kunnen doen maar waar we juist heel erg goed voor moeten zorgen of we nu willen of niet.
Het helpt dus om wanneer er iets van je wordt gevraagd, je bij jezelf nagaat of je er een geit bijkrijgt of niet. Want je zit echt niet op nog een geit te wachten. Geiten zijn vrij makkelijk te herkennen; je gevoel zegt dat je iets niet wilt/kunt, je bent opgelucht als je iets niet hoeft te doen, je krijgt ergens buikpijn van, je hoopt dat iemand een afspraak afzegt, enz. Het is voor mij erg behulpzaam om din-gen als ‘geit’ te bestempelen. Ik herken ze eerder en doe ze makkelijker weg.
Het enige nadeel is dat geiten nu een negatieve associatie bij me oproepen, wat wel een beetje zie-lig is voor de geit. Gelukkig geldt dit niet voor jonge geitjes, al kunnen die natuurlijk ook flink mekke-ren.
Inge Raats-Hage